Het is pas laat licht en weer vroeg donker; de term ‘donkere maanden’ komt natuurlijk ergens vandaan. De sfeer binnenshuis wordt vooral gecreëerd door kaarsen en in ieder geval een paar weken lang kerstlampjes, warme dekens en als je geluk hebt, een open haard of kachel. Toch is het juist nu belangrijk om dat beetje daglicht dat we nog hebben bewust op te zoeken. Dakramen zorgen voor een veel natuurlijk licht in huis en overdag een (heel) frisse neus halen in de buitenlucht is altijd goed voor je.
Buiten even opladen
Wie overdag een klein rondje loopt, merkt het verschil meteen. Ook als het bewolkt is, doet daglicht iets met je energie. Het helpt je alerter te blijven, geeft je net wat meer focus en zorgt ervoor dat je ‘s avonds makkelijker in slaap valt. Zeker in een maand waarin veel binnen gebeurt – van borrels tot bankhangen – is genieten van natuurlijk licht geen overbodige luxe.
Licht in huis is fijn, maar niet hetzelfde
Binnen maken we het gezellig met allerlei soorten verlichting, en dat is prima. Maar daglicht heeft een andere functie dan sfeerverlichting. Het regelt je biologische klok en beïnvloedt je stemming. Daarom is het slim om overdag gewoon de gordijnen open te houden en, als het even kan, werkplekken of eettafels dicht bij het raam te gebruiken. Je merkt dat je je beter kunt concentreren, je net wat opgewekter en frisser voelt.
Kleine aanpassingen, groot verschil
Je hoeft echt geen uren te wandelen of direct onder een raam te wonen om meer uit het daglicht te halen. Soms helpt het al om in je pauze even naar buiten te gaan of thuis het licht pas aan te doen als het echt nodig is. Zet je bureau dichter bij het raam of drink je ochtendkoffie eens aan een raam terwijl je naar buiten kijkt. En kijk ook eens hoe mooi jouw kerstballen schitteren terwijl dat winterzonnetje je boom verlicht. Het zijn simpele dingen, maar ze zorgen ervoor dat alles net wat lichter lijkt in deze donkere periode.

